Interview met Michael Aaron Goldman CARU Noord-Amerika

Interview met Michael Aaron Goldman CARU Noord-Amerika

do, 25 mei 2023 min leestijd

Zoals wij het zien, draait alles in de containerbranche om mensen en connectiviteit. Het bouwen van een community met collega’s, partners en klanten. In een reeks interviews willen we je met die mensen laten kennismaken. In deze eerste aflevering: Michael Aaron Goldman.

Michael werkt sinds 2016 bij CARU Containers. Hij is begonnen als Senior Sales Manager en is momenteel General Manager voor Noord-Amerika op ons kantoor in Boston.

Michael kwam in 2016 met CARU in contact via een recruiter die meende dat hij de juiste man was voor een nieuwe vacature. Kort daarna zat hij in een restaurant in Boston met Rob (de CEO) en de CMO van CARU. Een paar weken later had hij meteen de kans om zich te bewijzen, want zijn eerste week was bij Intermodal in Amsterdam. In een land waar hij nog nooit was geweest, gesprekken voerend met mensen die hij nog nooit had ontmoet, in een taal die hij nog nooit had gesproken. “Ik wist eigenlijk niet veel van het bedrijf of de branche en bij Intermodal werd ik meteen in het diepe gegooid. Dus dat was een interessante manier om te beginnen!”

Met zijn achtergrond in sales wist Michael zijn weg snel te vinden. Tegenwoordig is zijn team uitgebreid tot zeven medewerkers. CARU Containers zou zonder hem niet meer hetzelfde zijn.

“Wat ik bij CARU heb geleerd is een nieuwe manier van (mensen)leiderschap. Hoe je een hoogeffectief team met een aantrekkelijke cultuur opbouwt. Het resultaat volgt vanzelf.”

Waarom koos je eigenlijk voor CARU?

“Ik werkte destijds bij een distributiegroothandel in metalen. Het bedrijf had een hub-and-spoke-distributiemodel, met hubs door de hele VS. Wij bedienden klanten binnen een bepaalde afstand van die hubs. De producten die wij verkochten moesten per vrachtwagen worden geleverd, en de prijzen veranderden dagelijks. Daarom zag ik veel overeenkomsten met de containerbusiness, met wat CARU destijds deed. Aangezien ik praktische ervaring had met een dergelijk model, met grondstofproducten met wisselende prijzen, had ik er vertrouwen in dat ik me snel aan een andere markt zou kunnen aanpassen.

Ik merkte onmiddellijk dat er bij CARU een andere cultuur heerste. Bij CARU ging het er niet hiërarchisch aan toe, zoals dat in de Amerikaanse grondstoffenbranche meestal wel het geval is.

Dat sprak me erg aan. Leren en groeien.”

“Wat me echt aantrok waren de gesprekken met de oprichter en CMO van CARU. Ik heb een hoop geleerd over hoe je een mooie organisatie en business opbouwt. En dat was nieuw. Ik was altijd erg gericht op business, op KPI’s, op dagelijkse verkoopcijfers, maar bij CARU werd ook aan het team gedacht. Hoe bouw je een hoogefficiënt team op? Hoe is de cultuur? Wat voor invloed heeft de cultuur op de output van het team? Welke ideeën gaan er rond en hoe brengen we mensen op goede, positieve ideeën? Het kostte mij een jaar om te beseffen, omdat het voor mij zo nieuw was, dat cultuur, teambuilding en zorg voor mensen zo centraal konden staan in je business.”

We zijn nu zes jaar verder. Is dit werk helemaal waar je op hoopte?

“Ja, absoluut. Ik bedoel, ik heb uiteraard een iets hogere positie dan in mijn vorige werk. En in mijn vorige werk had ik alleen maar de leiding over een salesteam, en nu over het hele bedrijf. Dat is eigenlijk een van mijn favoriete onderdelen van mijn werk nu. Het is heel symbiotisch om aan alle kanten te kunnen zijn. Sales, operaties en het opbouwen van een team. En om strategisch te kunnen optreden met het hele proces in gedachten, niet maar één kant van het proces.

Het maakt mijn werk heel bevredigend op dit punt. Het komt zelden voor dat zich een situatie voordoet en dat ik denk: ‘Ik weet niet wat ik moet doen’. Dat geeft een heel goed gevoel, en ik zie het als mijn taak als manager om mijn team in een positie te plaatsen waarin zij hetzelfde voelen. Dat zij in een positie zijn waarin zij kunnen slagen en voldoening kunnen vinden.

Dus ja, dit werk en de cultuur bij CARU overtroffen wat ik ervan verwachtte of zelfs waar ik op hoopte. Het meest uitdagende en voldoening gevende deel is niet de business zelf. De business in de VS is nog steeds niet heel gecompliceerd. Maar mezelf ontwikkelen als leider, de cultuur en het team leiden, een duurzame business opzetten op basis van relaties en wederzijdse groei, dat is de grootste uitdaging en de grootste beloning geweest. Hoe ik me de cultuur die we bij CARU allemaal willen hebben, eigen maak en hoe ik me binnen het team opstel op een manier waardoor die cultuur tot bloei komt.

Om het in perspectief te plaatsen: aan de universiteit heb ik menselijke communicatie gestudeerd. Dat was mijn hoofdvak. Maar bij CARU heb ik meer over menselijke communicatie geleerd dan in mijn vier jaar aan de universiteit.”

“Je gaat ergens in mee of juist niet. En ik ga hier helemaal in mee.”

Vind je dat CARU ook vertrouwen heeft in jouw beslissingen bij het uitvoeren van jouw deel van de business?

“Ja. Het bedrijf geeft iedereen ruimte om zijn eigen bestemming te bepalen. Uiteraard is er een duidelijke strategie, maar hoe we die volbrengen bepalen de specifieke teams en GM’s zelf. We zijn een wereldwijde organisatie, maar we werken lokaal, wat past bij de dynamiek van de markt. Bovendien heeft iedereen veel autonomie. Dat vind ik een van de mooiste dingen van de cultuur van CARU. Je hebt niet echt iemand boven je die je zegt: ‘Doe dit!’. Autonomie en verantwoordelijkheid gaan hand in hand. Niet iedereen trekt het in die omgeving, maar als de juiste mensen die ruimte krijgen, werkt het heel goed. En er is altijd gelegenheid voor discussie, verschillende standpunten en co-creatie. Het is een heel open en eerlijke cultuur.”

Je zei dat je voldoening haalt uit je huidige positie. Zijn er grote aspiraties voor de toekomst?

“Er is in het leven niets méér wat ik echt nodig heb om mij voldoening te geven. Ik heb mijn werk en mijn gezin en dat is meer dan genoeg. Op het vlak van zakelijke aspiraties zou ik wel graag twee of drie bedrijven van de grond af opbouwen. Daarom is de ondernemende geest van CARU perfect. Misschien ons Noord-Amerikaanse marktaandeel vergroten door een paar nieuwe kantoren te openen.

Ik wil mijn team gewoon bewijzen dat ik dat kan. Ik ben al mijn hele carrière lang een groeispecialist. Ik ben gewend om me te begeven op zwaar ondergepenetreerde markten of compleet nieuwe geografische markten en om die te laten groeien, gewoonlijk van een omzet van nul tot honderd miljoen.”

Hoe zie jij de toekomst van de Noord-Amerikaanse containermarkt?

“Iedereen die het nieuws volgt, kan vaststellen dat de wereldeconomie slappere tijden tegemoet gaat. Daarom verwachten we zeker wat tegenwind, ten minste voor de komende jaren. Er zijn een aantal nieuwe (en digitale) spelers in het veld van containerhandelaren. Maar aangezien wij een wereldwijde en financieel sterke speler zijn en sterk zijn in operationele efficiëntie, voorzie ik niet echt moeilijkheden.

Het gaat wel veel meer moeite kosten om hetzelfde aantal containers aan de man te brengen. Maar gelukkig hebben we steun van het bestuur om een groter team op te zetten. En om met die situatie om te gaan. Maar het gaat wel lastig worden voor ons team in Boston.”

Zijn er mogelijkheden om samen met CARU Latijns-Amerika aan projecten te werken? Dat zijn immers de enige twee kantoren op het Amerikaanse continent.

“Die zijn er inderdaad. We zijn aan het proberen een meer synergetische relatie met het kantoor in Zuid-Amerika te ontwikkelen en we zijn al begonnen samen aan een echt groot, complex project te werken. Het gaat heel goed. De beste vaardigheden van elk kantoor worden bij elkaar gebracht. Hier in de VS zijn we heel goed in het verwerven van voorraad uit scheepvaartmaatschappijen en bepaalde plaatsen waar we die nodig hebben, en Brazilië is een heel goed salesteam.

Voor dit project verkopen we duizenden en duizenden containers. Brazilië doet het salesgedeelte ervan en Boston het bevoorradingsgedeelte. Nee, het is niet bevorderlijk voor de winstgevendheid van ons kantoor in Boston, maar de twee kantoren verhouden zich tot elkaar als broer en zus. Onze houding is om andere kantoren zoveel mogelijk te helpen, of het nu gaat om het delen van informatie, het delen van onze voorraad, het delen van ideeën, marktinformatie, alles. We willen gewoon een goede synergie tussen alle kantoren. Dat is een van de voornaamste doelen van de hele organisatie.”

Er zijn nauwelijks veranderingen in het team geweest. Begint het te voelen als een tweede familie?

“Ja, we zijn een heel hecht team. En net als bij elke familie zijn er dingen die besproken moeten worden. Je hebt samen een hoop meegemaakt, de gezamenlijke geschiedenis gaat ver terug. Je kent iedereen echt, je weet wat ieders sterke en zwakke punten zijn. En dat kan ook leiden tot moeilijke situaties waar je samen tot een vergelijk moet zien te komen. Het is net als een familie.”

“Maar het is een geweldig team. En we zijn zelfs op zoek naar een groter kantoor, omdat we proberen uit te breiden! Er staat veel te gebeuren dit jaar.”

Waar ben je het meest trots op?

“Ik zal eerst antwoorden waar ik het meest trots op ben van wat we hebben bereikt als team in Boston. En dan zal ik antwoorden waar ik persoonlijk het meest trots op ben.

Als team zijn we enorm gegroeid. We begonnen als stel jonge honden die uit alle macht probeerden de markt open te breken. Maar we zijn volwassener geworden. Het resultaat is groei in de dubbele cijfers jaar na jaar.

Ik ben er echt trots op dat we dat ook op een verantwoorde manier hebben gedaan, dat we niet met 20% onder de marktprijs zijn gaan zitten zonder te weten wat we aan het doen waren. We zijn erg voorzichtig te werk gegaan, we hebben alles doelmatig aangepakt, we hebben onze klantenmix doelmatig geselecteerd, we hebben geselecteerd wie we zouden gaan ondersteunen met onze depots, en onze klanten. Alles is om een reden gedaan.

Op persoonlijk vlak heb ik ook dubbele groeicijfers meegemaakt. Ik heb geleerd hoe mensen te managen, hoe zorg te dragen voor een goede cultuur. Die vaardigheden heb ik bij CARU geleerd. Persoonlijk ben ik daarom het meest trots op mijn vermogen om te leren hoe ik dat allemaal moet doen en om iedere dag te blijven leren.”